Tja ….. deze maand mag ik iets over mijzelf schrijven, waar zal ik beginnen? Ik ben geboren in Amstelveen en opgegroeid in een omgeving waar ik mijzelf kon zijn. Als 6-jarig jochie was ik in de winter vaak op natuurijs te vinden en dan was ik van ‘s ochtends tot ‘s avonds aan het schaatsen. Mijn vader en moeder waren in die periode altijd druk met de koek en zopie bij de grote Poel in Amstelveen. Toen ik 10 jaar was schaatste ik al vaak toertochten, zo ook op de grote Poel en viel ik op door mijn doorzettingsvermogen. Bij IJsvereniging de Poelster heb ik mijn techniek verbeterd, o.a. Cor Zwaal en Jan Bolt waren mijn trainers toen. Ik ben toen wedstrijden gaan rijden op zondagochtend op de Jaap Edenbaan. Om 7.00 uur begonnen die wedstrijden. Ik moet daar nu niet meer aan denken, maar toen had ik daar totaal geen problemen mee. Al snel kwam er een trainer, Cees Lissenberg van een andere vereniging, naar mij toe om te vragen of ik bij hem wilde trainen. Ik keek als 13-jarige wel op tegen de jongens die Cees trainde maar hoefde er niet lang over na te denken. Tot op heden train ik nog steeds met veel plezier bij Cees die ik als schaatsvader zie. Op mijn 18e ging ik landelijk marathons rijden in de B categorie (1e divisie). Dit viel niet mee, met vallen en opstaan ging het steeds beter, en na drie jaar promoveerde ik naar de A categorie (topdivisie). De eerste twee jaren was het vaak dat ik de wedstrijd vroegtijdig beëindigde, daar moest ik wat aan doen.
Ik ben gaan wedstrijd skeeleren en dat is het beste wat ik had kunnen doen. Ik werd de snelste skeeleraar van Nederland op de 300, 500 en 1500 meter, maar ook op de marathon kon ik meestrijden om de overwinning. In de jaren 90 ben ik een aantal keren uitgezonden om een WK en EK te skeeleren, en zo sta je dan ineens met wereldtoppers op de skeelerbaan, o.a. Chad Hedrick en Derrek Parra.
Maar Nederland was ook goed vertegenwoordigd met o.a. een piepjonge Mark Tuitert en Eric Hulzebosch. Wel een leuk feitje: ik heb dus na jaren blijkt met drie Olympisch Kampioenen gestreden. We reden wedstrijden op de baan met kom-bochten en wedstrijden op de weg. Beste prestatie is een zevende plaats op WK 300 meter. Door jaar in en jaar uit zo te trainen ging het marathonschaatsen ook steeds beter, ik ging uitslagen rijden bij de eerste twintig, en zelfs een goed jaar een paar keer bij de eerste tien.
Dat jaar was in 1997 toevallig ook een strenge winter. Het zal toch niet waar zijn dat ik als wedstrijdrijder de kans krijg om de Elfstedentocht te mogen rijden? Ik weet het moment van bekend maken nog als de dag van gisteren: ik schaatste in Maasland een natuurijs klassieker en halverwege de wedstrijd werd er door de speaker omgeroepen ….’It giet oan’. Een aantal rijders gaat direct in de remmen om zich te sparen, ik rij de wedstrijd uit en eindig 16e. Via Jelle Attema een slaapplaats in Leeuwarden kunnen regelen en met zwager Martin de Vries (de beste fietsenmaker/verkoper van provincie Noord-Holland) en nog een aantal HGI-leden aan het grote avontuur kunnen beginnen. En een avontuur werd het. Amper geslapen de nacht voor de tocht, zou het toch de spanning zijn? Ik ben anders nooit gespannen, maar dit was van een andere orde. Twee uur voor vertrek al staan te trappelen in een kooi om vervolgens 2 km te gaan hardlopen en al je eten en drinken wat ik mee had voor de eerste 100 km te verliezen. Terug gaan was geen optie, snel schaatsen aan en zo snel mogelijk het donkere gat in te schaatsen. Geen idee welke positie ik lag, ik dacht alleen maar “ontspan”, “niet vallen”, “slag afmaken”, probeer dat maar eens in het pikkedonker. Zie ik ineens Piet Kleine en Yep Kramer in volle snelheid voorbij denderen. Ik kon helaas net niet aanhaken. Uiteindelijk toen het licht werd zat ik in een mooie groep van twaalf rijders waaronder Bart Veldkamp. Gelukkig nog wel onderweg een tasje met voeding gekregen wat ik hard nodig had. Wat was het zwaar de laatste 100 km ongeveer tegen de wind in.
Bij Dokkum spraken Bart en ik en nog één rijder af dat wij ieder geval bij elkaar zouden blijven en samen gingen finishen. We reden voor de 20e plaats, er werd flink gedemarreerd maar niet door ons drieën. Ik was blij dat ze woord hielden, want ik was steen kapot. En zo finishte ik samen met Bart Veldkamp, hand in hand kwamen we over de finishlijn als 29e, hoe mooi is dat. De Elfstedentocht van 1997 is met afstand het mooiste wat ik in mijn schaatsloopbaan heb meegemaakt. Afgelopen maand 4 januari was het al weer 20 jaar geleden dat de tocht verreden werd en er op die dag ook een reünie georganiseerd, waarbij de eerste 30 wedstrijdrijders werden uitgenodigd. Op naar het Friese Schaatsmuseum in Hindeloopen, waar Mart Smeets zijn kant van het verhaal vertelde hoe hij de tocht heeft beleefd en ervaren. Het was een leuke dag en iedereen weer eens gesproken en de tocht herbeleefd. En nu maar hopen dat het weer eens flink gaat vriezen, wordt wel weer eens tijd.
John van Dijk