Home > Clubnieuws > Nederlands Kampioenschap Marathon Masters ONK

Nederlands Kampioenschap Marathon Masters ONK

Onder prima weersomstandigheden is zaterdag 17 januari het Nederlands Kampioenschap Marathon voor de Masters gehouden in Biddinghuizen. De afgelopen jaren werd deze wedstrijd altijd op de Weissensee gehouden maar vanwege de teruglopende belangstelling is er dit jaar voor gekozen om de wedstrijd op het kunstijs van Flevonice te houden.

Voor Hard Gaat Ie stonden John van Dijk (categorie 40-49 jaar) Wim van Leest (categorie 50-59 jaar) en Haijo van der Werf (categorie 60+) aan de start. John eindigde op een 16e plaats. Wim 21e en Haijo ging er met een fraaie 5e plaats vandoor.

Onderstaand een verslag van John en daarna het verslag van Haijo.

John van Dijk (categorie 40-49 jaar)

Dag van de waarheid, om 8.30 uur opgestaan. Vervolgens een goed ontbijt genuttigd, tas ingepakt. Om 10.15 uur in de auto vertrokken, nadat ik het ijs van mijn autoruiten had gekrabd. Eerst mijn mental coach en  schoonvader  Bertus de Vries opgehaald. Al pratende over van alles en nog wat maar vooral over de wedstrijd van hoe ik het zou moeten aanpakken, kwamen we aan in Biddinghuizen. Direct de kleedkamer opgezocht om mijn schaatspak aan te trekken en vervolgens warm te lopen. Ik zag om mij heen alleen maar strakke koppies.  Ik ging het ijs even inspecteren omdat ik hier nog niet eerder geschaatst had en dacht , ze gaan vast nog wel dweilen. Het zag er zo wit en aangeslagen uit. Maar Hans Brandt wist mij te vertellen dat ze niet meer dan één keer per dag dweilen en dat een gemiddelde natuurijsvereniging nog betere veegmachines heeft dan hier op Flevonice. Ik wist genoeg,  het zou zwaar worden en geen massasprint waar ik wel op hoopte en waar ik altijd op mijn sprint kan rekenen. Klokslag 12.30 uur klonk het startschot met een heerlijk zonnetje. Er werd meteen gedemarreerd. Elke ronde van de 17 totaal van 2.5 KM was de situatie weer anders. Ik zat een paar keer mee in een ontsnapping maar het kwam steeds bij elkaar, de sterke mannen spraken hun 4e adem aan en reden weg. Ik wist ik moet mee en reageerde wat later en reed met Sam Meissen bijna naar de kopgroep  toe, maar bleven op 40 meter steken van de kopgroep, balen balen balen. Uiteindelijk behaalde ik toch nog  een 16e plaats met gemengde gevoelens. Maar wel terechte winnaar Arjan Elferink.

Volgend jaar revanche wat mij betreft.

 

Haijo van der Werf (Categorie 60+)

Na afloop zei Teun Breedijk: “je hebt je in het pak laten naaien”, en daar had hij gelijk in. Overigens mocht dat de pret niet drukken, mooi weer en mooi ijs met winterse omstandigheden  (’s morgens om 8.00 uur -1 op de thermometer). De oude mannen van 60+ mochten om 8.30 starten en moesten 10  minuten eerder aan de start verschijnen, want de voorzitter van de sectie marathon, Egbert Lambers, had een welkomstwoordje en het Wilhelmus moest gespeeld worden. De toespraak kwam luid en duidelijk over toen ik nog even stiekem mijn blaas in een hoekje stond te legen, maar het Wilhelmus was andere koek. Met horten en stoten kwam het uit de spiekers alsof de natie er niet veel zin in had. Wij des te meer. Na het startsignaal konden we beginnen aan de 42 km (17 ronden).

De wedstrijd

Na een paar rondjes ging Tjamme Hoeksma, ik hoorde pas later van zijn reputatie (190 km alleen rijden tijdens een 200 km wedstrijd in Oostenrijk, en winnen), er met wat kornuiten vandoor. Bij de eerste poging ging hij languit over de baan en de vluchtpoging werd onderbroken om daarna toch opnieuw met twee man weer opgezet te worden. Een vierde man met zwarte helm ging er achteraan. Robert Kamperman zei na verloop van tijd dat dit wel eens een gevaarlijke uitloop kon zijn. Wij, Leendert, Cor van der Weijden en ik,  hadden op weg naar Biddinghuizen in de auto nog zo gezegd: “we laten niemand weg gaan”. En toch gebeurt het. 😉

De achtervolging werd helaas te laat ingezet en bovendien bleek na een tijdje dat twee man de boel zaten af te stoppen. Achteraf hoorde ik dat het twee trainingsmakkers van Hoeksma waren en ze blijkbaar iets hadden afgesproken!? We werden dus in het pak genaaid. Ik deed nog een alles of niets poging maar liep niet snel genoeg in en het peloton zat al weer op mijn hielen. Daarna hebben Robert, Leendert Wals en ik nog geprobeerd de mannen te achterhalen maar een hechte samenwerking kwam niet tot stand. Wel zag ik de zon op komen en het ijsslijpsel van de schaatsen joeg over de baan, wat een prachtig gezicht was.

Surplace

De laatste ronden kwamen in zicht en de mannen die constant hadden zitten afstoppen begonnen te rijden. Ik bleef daar maar een beetje achter rijden in tweede positie met Leendert Wals en Robert Kamperman in ons kielzog. Het ging nog om de vijfde plek en ergens halverwege het laatste rondje kwam het tot een echte “surplace”. Uiteindelijk begon het peloton toch weer te rijden. Ik werd op kop gedwongen maar deed heel rustig aan en hield de rest in de ooghoeken scherp in de gaten. Leendert, achter me, werd nerveus en riep steeds: “pas op” of “daar komen ze”. Toen we het rechte einde naderde had ik er genoeg van en gaf vol gas richting finish. Ik hoorde nog wat komen en een paar meter voor de finish raakte ik iemand zijn schaats maar won toch de sprint van het peloton.  Het bleek later Leendert te zijn geweest die in een alles of niets poging mij nog had willen voorbij sprinten. We hebben er nog maar een biertje op gedronken. Het blijft helaas altijd de vraag of de sterkste of de slimste heeft gewonnen. We gaan het volgend jaar weer eens proberen. Ik weet nu wie Tjamme en zijn makkers zijn. Ha Ha.

Met dank aan Flevonice, de organisatie, en de vrijwilligers waaronder de aardige dames van de beennummers en de transponders. Het was weer een feest, tot de volgende keer.